zaterdag 8 mei 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Soepgans

 



   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen



Soepgans
Anser anser forma domestica - broedvogel



Een leven op brood en gras

Ganzen met een gedeeltelijk wit of bont verenkleed, zoals op de foto hier naast, worden soepganzen genoemd. Vaak is de herkomst te herleiden naar de voorvader van de Europese tamme gans: de grauwe gans. De gedomesticeerde grauwe gans bewees eeuwenlang zijn dienst als donsleverancier (de witte variant) en vleesproducent (de grauw gevederde) en fungeerde tevens als ’waakgans’. Ganzen zijn erg alert! Na het in onbruik geraken van deze ’huisdieren’ gaan ontsnapte of losgelaten exemplaren hun eigen gang. De huidige populatie soepganzen is een mengeling van de boerengans (= gedomesticeerde grauwe gans; wit of grauw) en de grauwe gans, gehybridiseerd met de Chinese knobbelgans en andere inheemse en uitheemse ganzensoorten. Soepganzen leven meestal in waterrijke omgevingen vaak in de nabijheid van mensen: in de buurt van boerderijen en in steden en dorpen bij vaste voederplaatsen. Die zijn gewoonlijk blijvend aantrekkelijk. Als het voederen even uitblijft, grazen ze in de omgeving. Hier en daar wordt ook vastgesteld dat ze toenemend in het buitengebied verblijven en hybridiseren met grauwe ganzen.


Meer, minder en weer meer soepganzen

De soepgans plant zich tegenwoordig in vrijheid voort en voltooit zijn levenscyclus. Hij maakt volwaardig deel uit van het ecosysteem. In het veldornithologisch onderzoek werd tot voor kort weinig aandacht besteed aan deze vogel. Over de verspreiding van de broedende soepgans is dan ook niet veel bekend. In de periode 1998-2000 is deze voor het eerst deels in kaart gebracht. De eerste schattingen komen uit op 3.000-4000 broedparen en 4.000-6.000 niet broedende vogels. Gegevens van het landelijk broedvogelmeetnet zijn pas sinds 2007 beschikbaar. Over een langere termijn is weinig bekend. De soort is lang door vogeltellers genegeerd, net zoals allerlei exoten. Regionale gegevens wijzen de laatste drie decennia van de 20e eeuw op uitbreiding en op een sterke groei in het laatste decennium. De opmars is merendeels gestopt, mede door bestrijdingsacties. Volgens de gegevens, verzameld in 2013-2015 voor de Vogelatlas van Nederland, broeden er in ons land 3.400-5.700 paren soepganzen en de winterpopulatie bestaat uit 9.500-12.000 exemplaren. (bron: sovon.nl)



Meerderde vrouwelijke soepganzen leggen soms hun eieren in één nest, hier 24 bij elkaar.



Mengelmoes

De populatie soepganzen in de Dongevallei is een mengelmoes van soorten, zowel in uiterlijk als in formaat. Allerlei overgangsvormen van witte boerenganzen en op grauwe ganzen lijkende soorten komen voor. Zij zijn in de meerderheid. Hun lichaamsvorm komt weinig overeen met de in het wild levende grauwe gans. De meeste soepganzen lijden aan zwaar overgewicht en daardoor meestal niet in staat te vliegen of slechts over een korte afstand. Meerdere individuen van de grotere soepganzen hebben kenmerken van de gedomesticeerde vorm van de zwaangans: de Chinese knobbelgans. Een knobbel op het voorhoofd en een witte ring (kol) aan de snavelvoet wijzen op vermenging met deze soort. Recentelijk is een Chinese knobbelgans aan de populatie toegevoegd. De kenmerken van deze soort zijn dus voorlopig wel gewaarborgd in de groep. Een klein groepje soepganzen heeft de kenmerken van een brandgans waarvan ze de nakomelingen zijn. Het formaat en vage tekeningen in de witte veren laten dat zien. Dit groepje (3-4) is vliegvlug en verplaatst zich gemakkelijk door de lucht. Soms bevindt zich één brandgans in de groep soepganzen. Ook de hybride vorm grauwe gans x Canadese gans is gezien in hun gezelschap.





Figuur 19: alle waarnemingen (14.504) van soepganzen per jaar met het totaal boven de kolom.



Pieken vlakken af

Al aan het begin van de tellingenreeks is er een flinke populatie soepganzen in de Dongevallei aanwezig. Zie figuur 19. Het gebied is tussen 1996 tot 2000 aangelegd en is aanvankelijk vrij open. Voor 2004, de start van de tellingenreeks, is het gebied waar de tellingen worden uitgevoerd van een omheining met schrikdraad voorzien. Bij de verschillende bruggen kan de soepgans echter nog lange tijd vanaf het water het gebied uit en er ook weer in. Het gemiddelde aantal soepganzen per telling is 39 in 2004. Pieken van 82 en 93 exemplaren dat jaar geven aan dat de aantallen eigenlijk veel hoger liggen. Er zijn uitwisselingen met wateren buiten het telgebied. In de loop van de jaren stijgt het gemiddelde en vlakken de pieken af tot minder dan 60 soepganzen per telling vanaf 2010. Na de top in 2007 (1186) nemen de aantallen af tot in 2013 (585). Daarna is er een lichte stijging en wordt de trend lager met een meer stabiel karakter.


      
      Figuur 20: alle vastgestelde territoria (112) van soepganzen per jaar met het totaal boven de kolom.


Voederen ongewenst

Voederingen, meestal vanaf de bruggen maar ook vanuit woningen die recentelijk direct aan de afrastering zijn gebouwd, blijven actueel. Ze zijn ongewenst vanwege de vervuiling door brood en uitwerpselen van de ganzen. Ook de Schotse Hooglanders komen er op af en zorgen voor onverwachte situaties. Vorig jaar komt plotseling een jonge stier op me af tijdens een vogeltelling. Hij nadert me tot zeer dichtbij en vertoont bedelgedrag. Ook de volwassen beesten lijken minder schuw te worden. De frequenties van de voederingen wisselen. De invloed daarvan op de aantallen soepganzen en de reproductie is niet vast te stellen. Wel is duidelijk dat de vossenfamilie die al jaren in het gebied leeft en zich voortplant, van invloed is op de aantallen soepganzen. Regelmatig worden slachtoffers gevonden. De vastgestelde territoria (gevonden nesten) wisselen nogal en er is een dalende trend vastgesteld, zie figuur 20. Er zijn regelmatig nesten met eieren van soepganzen gevonden, maar het broedresultaat is laag. Meestal worden er in het voorjaar geen of maar enkele jonge soepganzen gezien.






Reacties naar adkolen@kpnmail.nl