zondag 23 mei 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Slobeend

   


   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen





Slobeend 
Spatula clypeata


Spatelvormige snavel

Met een iets kleiner formaat dan de wilde eend en de typische snavelvorm is de slobeend een niet te missen eendensoort. De grote brede snavel valt meteen op, zelfs bij slecht zicht en op een flinke afstand. In de verte gezien lijkt het bonte verenkleed van het mannetje wel wat op dat van de bergeend. De overige kenmerken van beide soorten lopen echter ver uiteen. Tussen de vrouwelijke wilde eenden valt het bijna gelijk getekende vrouwtje slobeend ook weer op door de snavelvorm.


Afname broedvogels

De slobeend is een typische broedvogel van vochtige graslanden in laag Nederland en langs de rivieren. In grote waterrijke gebieden, zoals het Lauwersmeer, de Oostvaardersplassen en de Biesbosch, concentreren zich in het najaar en de winter grote aantallen slobeenden. Bij strenge vorst trekken ze verder naar het zuiden of het westen. Sinds 1990 neemt hij landelijk als broedvogel af door verdroging (verlaging van de grondwaterstand). Op de hoge zandgronden is hij nagenoeg verdwenen. In de eerste broedvogelatlas van 1973-1977 heeft men het over 9.000-12.000 broedparen. De Vogelatlas 2013-2015 komt uit op 6.2.00-7.500 broedparen en 13.000-22.000 overwinteraars. (bron: sovon.nl)





Even bijkomen


De slobeend is in Midden-Brabant geen veel voorkomende vogelsoort. De Dongevallei is voor de soort een plek om even bij te komen. In het voorjaar zijn de waarnemingen schaars. Alleen de vroege lente van 2015 valt op. Vanaf half maart tot en met april verblijven twee tot twaalf slobeenden op de plas aan de Reuverlaan. Enkele zomerwaarnemingen wijzen op elders mislukte broedgevallen die al vroeg op trek gaan. De meeste slobeenden worden in de herfst en het begin van de winter aangetroffen. Deze blijven soms hangen. Tijdens enkele jaren worden slobeenden gedurende meerdere opeenvolgende tellingen gezien, zoals van half oktober en de hele maand november in 2005 en een paar weken eerder in augustus en september in 2006. Ook in de topjaren 2014 en 2015 is een langere aanwezigheid van ruim twee maanden vastgesteld. Van 2016 tot en met 2019 is de slobeend alleen in het najaar en de winter waargenomen. Er is in totaal 102 keer een slobeend waargenomen gedurende de tellingenreeks. De waarnemingen zijn onregelmatig en vertonen geen trend. Zie figuur 37. Na de jaren 2014-2015 met flinke aantallen nemen die weer af!




     Figuur 37: alle waarnemingen (102) van slobeenden per jaar met het totaal boven de kolom.



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl