woensdag 19 mei 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Wintertaling

 

 


   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 



Ad Kolen






Wintertaling
Anas crecca



De wintertaling is de kleinste Europese eendensoort. In het verleden werd hij door poeliers een halve eend genoemd. Het kleine formaat is in de vlucht goed te herkennen, vooral als hij met andere eendensoorten opvliegt. De wintertaling bezit een aantal typerende kenmerken. De groene met wit omzoomde spiegels zijn bij beide geslachten goed zichtbaar in de vlucht. Het vrouwtje heeft donkere vlekken en strepen op het bruine verenkleed. De grijze bovenkant van het mannetje, met sierveren, wordt door een witte streep afgezoomd van de eveneens grijze flanken. De bruine kop heeft grote groene oogvlek. Beide geslachten hebben een opvallende lichte vlek in de anaalstreek: wit bij het vrouwtje, roomkleurig bij het mannetje. Zoals bij veel vogelsoorten is het typische geluid een goed determinatiekenmerk. Het krekelachtige ‘kruuk kruuk’ van de wintertaling is vaak tussen andere soorten eenden te horen voordat je hem ziet.


Wisselende broed- en winterpopulaties

De wintertaling is vooral een broedvogel van de hoge zandgronden in ons land. De biotoop bestaat uit vennen, moerassen en andere plassen, de laatste in mindere mate. In het westen en noorden broedt hij voornamelijk in de duinen en plaatselijk ook in graslandgebieden. Sinds de vorige eeuw neemt de soort licht af. De gemiddelde winterpopulatie is tamelijk stabiel. Beide populaties, zowel de broed- als de winterpopulatie, zijn wel van jaar tot jaar sterk aan schommelingen onderhevig.

Ze zijn afhankelijk van de stand van de wateren en de strengheid van de winter. Verdroging van broedplaatsen is de voornaamste oorzaak van de daling van de aantallen en het krimpen van de verspreiding. De broedvogelpopulatie is van 2.300-3.500 paren (1973-1977) gedaald naar 1.600-1.900 paren (2013-215). De winterpopulatie is weinig gewijzigd en bestaat uit 70.000-80.000 wintertalingen. (bron: sovon.nl)


Sporadische waarnemingen

In totaal zijn maar 18 waarnemingen van wintertalingen vastgelegd in de Dongevallei. Daarmee is het een van de hier sporadisch voorkomende vogelsoorten. Hij is vooral in het najaar en de winter aangetroffen. De aantallen variƫren van 1 tot hooguit 3 exemplaren tijdens acht van de vijftien teljaren.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl