donderdag 14 oktober 2021

De Vogels van de Dongevallei 2004-2019 Fitis

 


   Een serie over het 'Verslag: De Vogels van de Dongevallei 2004-2019'

De Dongevallei is van 1996 tot 2000 als ecologische verbindingszone door het nieuwe stadsdeel De Reeshof aan de westelijke rand van Tilburg aangelegd. Van 2004 tot 2019 zijn tweemaal per maand, het gehele jaar door, alle vogels geteld binnen de grenzen van de Dongevallei. Tijdens het broedseizoen, van half maart tot half juli, zijn steeds acht tellingen uitgevoerd volgens de richtlijnen van het BMP van SOVON. Naast algemene informatie betreffende het gebied en de wijze van tellen zijn alle 125 waargenomen vogelsoorten in dit verslag beschreven. Het verloop van de aanwezigheid van de verschillende vogelsoorten is in grafieken uitgebeeld en komt in afzonderlijke artikelen aan bod, vaak uitvoerig. Zo veel mogelijk zijn conclusies getrokken en oorzaken achterhaald van het verloop van de aantallen van de diverse vogels. Soms zijn de oorzaken lokaal, maar veelal spelen de landelijke en Europese stand van veel vogelsoorten een belangrijke rol. 

Het volledige verslag, in PDF-formaat is te ontvangen door een e-mail te sturen naar adkolen@kpnmail.nl 


Ad Kolen




Fitis
Phylloscopus trochilus – broedvogel


Minimale verschillen

De fitis is evenals de tjiftjaf een vrij kleine zanger (11-12,5 cm). De bovenzijde is bruingroen met een grijze tint. De onderzijde is vuilwit met een variabele gele en beige tint op keel en borst. Het postuur is minder gedrongen dan die van de tjiftjaf door zijn langere vleugels, langere snavel en grotere kop. De fitis heeft een duidelijke lange lichte oogstreep en lichtbruine tot vleeskleurige poten. De minimale verschillen tussen deze kleine vogels zijn slechts bij goed zicht vast te stellen. Het verschil in lengte van de slagpennen is ook een kenmerk, maar dit is nagenoeg niet waar te nemen in het veld.


Vaste zangposten

Gelukkig zingen alle soorten vogels een uniek liedje. De fitis heeft ook een bijzondere eigen versie. Het liedje van de fitis wordt wel als weemoedig omschreven of als een neerdwarrelend blad. De aanhef van de zang van de fitis lijkt erg op die van een vink. Het karakter van het liedje van de fitis omschrijven als ’een vink die opgeeft’ is een manier om het te onthouden. Dat ’hulpmiddel’ wordt al snel overbodig gezien de algemeenheid van de soort. Anderen gebruiken als ezelsbruggetje de spreuk ‘Het is nu wel zonnig, maar het gaat straks weer regenen’. Waarbij de snelheid van het laatste deel daalt zoals de zang! De fitis is een echt zonnige zomervogel die zich vooral bij mooi weer laat horen! Pas in hun broedgebied aangekomen mannetjes bezetten een groot gebied. Met het toenemen van het aantal concurrerende mannetjes slinkt het territorium tot de uiteindelijke grootte. Daarna worden pas vaste zangposten ingenomen, ook in de Dongevallei, in een betrekkelijk kleine omgeving. Elk broedseizoen worden vaste zangposten gevonden!


Verstoringsgevoelige vogel

Levendig en rusteloos fladdert de fitis behendig door boomkruinen en struiken op zoek naar allerlei insecten. Hij eet ook andere ongewervelden en soms bramen en allerlei soorten bessen. Het voedsel wordt van bladeren en takken opgenomen. Vaak doet hij dat op een vliegenvanger-achtige wijze. Het nest van de fitis wordt meestal aangetroffen op de grond tussen dicht gras of wat hogere plantengroei en is voornamelijk opgebouwd uit grashalmen. Het nest is gebouwd op een plek waar veel licht op de bodem valt en waar een vrij uitzicht is. Door zijn broedgedrag is de fitis een verstoringsgevoelige vogel. Door het overal doorheen banjerende gedrag is de alles etende Schotse Hooglander voor deze en andere bodembroeders een zeker risico.



Dongevallei 2015: Fitis 13 territoria. 


De trend van de fitis (figuur 120) stabiliseert, nagenoeg na duidelijk hogere uitkomsten van de territoria in voorgaande jaren. Bij de tjiftjaf is de trend duidelijk stijgende (figuur 119). De hoogste aantallen zijn van beide soorten in 2015 vastgesteld. Er is grote overlap van de locaties van beide soorten waar het middelpunt van hun territorium is gevestigd. Wel is bij de fitis enige voorkeur te zien voor de meer open natte delen en bij de tjiftjaf voor de meer boomrijke delen van de Dongevallei.


 Dongevallei 2015: Tjiftjaf 13 territoria.




Omvangrijke afname

De fitis overwintert in Afrika ten zuiden van de Sahel. De tocht erheen en ook de terugtocht is ongeveer 7500 km. De eerste 2 weken van april komen de meeste fitissen aan in Nederland. Eind juli keren de Nederlandse broedvogels al weer terug naar Afrika. Doortrekkende fitissen zijn er tot eind september in ons land. De huidige (2013-2015) populatie fitissen bestaat uit 150.000-250.000 broedparen in Nederland. Flinke aantallen fitissen vinden we in de duinen, op heidevelden, in hoogveengebieden met opslag, in jonge bosaanplanten en andere half open omgevingen met bomen. Open boerenland en stedelijk gebied zijn niet zo in trek. De landelijke verspreiding was enkele decennia ongewijzigd. Het tij is zich echter aan het keren en de soort neemt af. De afname van de aantallen is de laatste decennia sterker geworden. Dit heeft voor een deel te maken met veranderingen in het beheer van bossen en andere natuurgebieden. De droogte in de West-Afrikaanse overwinteringsgebieden is van invloed op het overleven daar. De sterfte tijdens de voorjaarstrek in de Sahara is groter in droge dan in natte jaren. Ook de landschappelijke veranderingen in West-Afrika staan hoog op de lijst van oorzaken van de afname. (bron: sovon.nl)


Biotoopwijziging

Dat de factoren die invloed hebben op de aantallen broedende fitissen in Nederland talrijk zijn, is duidelijk. In de Dongevallei is het de wijzigingen in het biotoop van de fitis. Van een nagenoeg kaal terrein is het via een halfopen situatie een gebied met toenemende contrasten geworden. Aanzienlijke delen worden door jaarlijkse beheersmaatregelen opengehouden. Daarnaast vindt verdichting plaats door het lokaal doorgroeien van boomgroepen en bosvorming. Het grote eiland noordelijk van de Reuverlaan bijvoorbeeld is een ondoordringbaar geheel geworden. Met zowel uitgelopen hakhout als opgaande bomen. Een afname van territoria is vastgesteld (zie figuur 120) evenals verschuivingen naar meer open delen van de Dongevallei.


    Figuur 120: alle vastgestelde (163) territoria van fitissen per jaar met het totaal boven de kolom.


Meerdere oorzaken afname in de Dongevallei

Er zijn allerlei oorzaken voor de in figuur 121 uitgebeelde bewegingen van de aantallen waargenomen fitissen. In het begin zijn de aantallen laag en door het groeien van struiken en bomen nemen ze toe. Een piek halverwege de tellingenreeks wordt onderbroken door droogte in de overwinteringsgebieden (Trouw, 19 juni 2012). Door verdere doorgroei van bomen en struiken herstelt de populatie zich niet echt meer.


In het gunstige jaar 2011 zijn in de tweede helft van maart al 4 fitissen terug in de Dongevallei. In de meeste teljaren is dat pas in de eerste weken van april. De hoogste aantallen zingende fitissen worden in de april en mei waargenomen. In de tweede helft van juni nemen de zangactiviteiten duidelijk af, om echt te kelderen in juli. In augustus is er nauwelijks nog zang te horen. In de eerste helft van september is eenmalig, in 2007, het liedje van de fitis gehoord.



       Figuur 121: alle waarnemingen (676) van fitissen per jaar met het totaal boven de kolom.


Pieken en dalen

Het aantal vastgestelde territoria volgt in grote lijnen de schommelingen van de waargenomen aantallen. Het aantal (zang)waarnemingen correspondeert - verhoudingsgewijs - niet altijd met het aantal vastgestelde territoria. Een piekjaar als 2011 met 69 waarnemingen en 14 territoria wijkt in hoogte van het aantal territoria niet veel af van het mindere jaar 2015 met 45 waarnemingen en 13 territoria. De fitis is een actieve zanger die zich vooral overdag bij mooi zonnig weer laat horen. Bij sombere regenachtige weersomstandigheden duurt het in de ochtend lang voor hij op gang komt. Twee territoriumindicerende (zang)waarnemingen zijn voldoende voor één territorium. Als bij gunstige omstandigheden bijvoorbeeld 5 zingende fitissen in de periode 15 april tot 30 juni binnen een fusieafstand van 100 meter worden geregistreerd, wordt toch maar één territorium vastgesteld.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl