vrijdag 15 maart 2019

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Zanglijster







Ad Kolen



Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.
 

 
  

 Zanglijster - Turdus philomelos



Pijlpunten op de borst
De zanglijster is een liefhebber van slakken. Op de asfaltweg door het Noorderbos en op stenige plekken worden in het voorjaar en de zomer dan ook regelmatig kapot geslagen slakkenhuisjes aangetroffen. Een andere blijk van zijn aanwezigheid is de goed herkenbare zang. De strofes zijn variabel maar een strofe wordt steeds meerdere malen herhaald. De bovenzijde van de zanglijster is bruin. De borst en de flanken zijn geelbruin en de buik is wit. De gehele onderzijde is bedekt met zwarte vlekken in de vorm van naar boven wijzende pijlpunten.


Lichte stijging landelijke aantallen
Gevarieerd loofbos is de meest ideale broedbiotoop voor de zanglijster. Hij broedt echter overal waar voldoende bomen en struiken staan. Ook jonge aanplant en groene stadswijken ervaren ze als ideaal. Strenge winters die doordringen tot in Zuid-Europa verminderen de aantallen zanglijsters flink. Dit trekt weer snel bij tijdens kwakkelwinters. Ver terugkijkende zijn de landelijke aantallen toegenomen, behalve op de hoge zandgronden. Daar namen ze af. De landelijke broedpopulatie van zanglijsters in de periode 2013-2015 bestaat uit 110.000-180.000 broedparen. Veel wijkt dit niet af van de stand rond 1973-1977 met 100.000-160.000 broedparen. (bron: sovon.nl)

 

 Figuur 1.


Ook usutuvirus?
Zoals bij meerdere vogelsoorten is vastgesteld nemen de aantallen zanglijsters toe met het meer begroeid raken van het Noorderbos. Met maar 6 stuks in het eerste teljaar loopt het aantal, met wat schommelingen, op tot 66 stuks in 2016. Een duidelijk toename dus. Zie figuur 1. Het laatste teljaar is het aantal echter meer dan 50% teruggevallen. Dit verschil is veel groter dan de eerder vastgestelde schommelingen. Bij deze terugval wordt meteen gedacht aan wat de merel overkomt, het usutuvirus. De merel nam het laatste teljaar ook flink af (18%) maar niet zo drastisch als de zanglijster. Het usutuvirus is ook bij andere vogelsoorten vastgesteld. De zanglijster behoort tot de voor het virus gevoelige soorten. Maar over uitbraken bij de zanglijster zijn geen specifieke bekendmakingen naar buiten gebracht. Het virus is het meest pathogeen (ziekteverwekkend) voor merels (Ashraf et al., 2015). Een mogelijke verklaring hiervoor zou zijn dat merels genetisch gevoeliger zijn voor het virus dan andere vogels. (bron: Usutu virus- Uitbraak bij merels 2016-2017 Julie van Duijl - faculteit diergeneeskunde Universiteit Gent.)







Figuur 2.

Op zang gedetermineerd
De meeste in het Noorderbos waargenomen zanglijsters zijn op basis van hun gezang gedetermineerd. Gezien zijn ze nauwelijks. Ook het vaststellen van de territoria is alleen op basis van zangwaarnemingen gedaan. Met een oplopend aantal territoria tot 9 in 2015 en 2016 is de zanglijster geen schaarse broedvogel in het Noorderbos. Zie figuur 2. De soort wordt maar weinig gezien buiten het broedseizoen. Een oplopend aantal waarnemingen vanaf februari en een afnemend aantal in juni, met daartussen pieken dalen, geeft aan dat het om meerdere broedsels gaat.





 Figuur 3.
 
Geen overwinteraars in het Noorderbos
Het Noorderbos is rijk aan tuinslakken en ook andere slakkensoorten komen er in redelijke aantallen voor. Voedselgebrek lijkt daarom geen oorzaak van het niet waarnemen van zanglijsters tijdens een groot deel van het jaar. Volgen Sovon trekt het merendeel van de Nederlandse broedvogels vanaf september naar het zuidwesten weg, gewoonlijk niet verder dan Noord-Frankrijk. Trekvogels passeren ons land maar overwinteren vooral elders. Het wintertotaal voor Nederland bedraagt dan ook maar 5.000-12.000 zanglijsters. Het Noorderbos is buiten het broedseizoen blijkbaar niet aantrekkelijk voor zanglijsters. In augustus, september, november, december is een geen van de teljaren een zanglijster gezien. Zie figuur 3. In oktober en januari gaat het ook maar over enkele exemplaren. 
 
 
 
Reacties naar adkolen@kpnmail.nl