maandag 25 maart 2019

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Zwartkop






Ad Kolen




Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.
 

 



Zwartkop - Sylvia atricapilla



Vrouw met bruin petje
De zwartkop stamt uit hetzelfde geslacht (Sylvia) als de tuinfluiter en grasmus, en is even groot (14 cm.) Het mannetje is voor het grootste deel in een grijs verenkleed gehuld. De onderzijde is wat lichter. Het vrouwtje heeft een meer grijsbruine kleur. Beide hebben onder de staart witte dekveren. De snavel is relatief groot, en grijs getint net als de poten. De naam dankt de vogel aan de glanzend zwarte kop van het mannetje. Het zwart lijkt een petje dat tot aan de ogen loopt. Het vrouwtje heeft een roodbruin petje. Het is een grappig gezicht dit stel in het vroege voorjaar door de nog kale bomen te zien scharrelen. Later in het jaar is het een stuk moeilijker het zingende mannetje tussen het bladerdek te ontdekken. De zwartkop zingt niet tijdens de vlucht. Zijn liedje bestaat uit een mooie lijsterachtige zang met aan het einde heldere fluittonen.


Kleine populatie overwinteraars
De zwartkop is een Europese broedvogel die het hoge noorden mijdt. Hij behoort tot de zomervogels. De meeste zwartkoppen trekken weg in september en oktober. Ze brengen de winter door op het Iberisch schiereiland en in Noordwest-Afrika. Een kleine populatie (100-300) overwintert echter in Nederland. De meeste in het westelijke deel van het land. In de winter leidt de zwartkop een teruggetrokken leven in ruime groenrijke wijken in stedelijk gebied. Vanaf begin april keert de zwartkop terug. Steeds vaker is hij er al eind maart. Het is vooral een bosbewoner maar hij voelt zich ook thuis in gebieden met hogere bomen zoals houtwallen en oude tuinen. Doornstruiken, jonge bomen of hoge ruigtes zijn gewenst om het nest in te bouwen. De zwartkop is niet meer alleen een broedvogel van loofhoutbossen. Bosuitbreidingen en toename van braamvegetaties en ander struikgewas doen de soort floreren. De landelijke populatie broedvogels neemt al tientallen jaren voortdurend toe. Het is tegenwoordig een normale broedvogel in parken en grote oude tuinen. Het huidige bestand (2013-2015) bestaat uit 300.000-500.000 broedparen. Een enorm verschil met de aantallen van 30.000-50.000 broedparen in de periode 1973-1977, een vertienvoudiging!



 Figuur 1.


Met de bomen groeien de aantallen zwartkoppen
De zwartkop is een bekende vogelsoort in het Noorderbos. Tijdens alle jaren van de tellingenreeks is hij aangetroffen. Ook hier is vastgesteld dat het goed gaat met de zwartkop. Zie figuur 1. Het aantal waargenomen zwartkoppen is het eerste teljaar 20 en het laatste teljaar is het jaartotaal met bijna 600% gestegen tot 116. De stijgende lijn gaat heel gelijkmatig. Er zijn nauwelijks schommelingen in de opeenvolgende jaren. De opgaande lijn van de zwartkoppen is zo in te schuiven in het beeld van het groeien van de bomen, in het toenemen van de bossen. De talrijke braamstruiken en de opgaande bossen vormen de ideale biotoop voor de zwartkop. De aantallen broedvogels - de vastgestelde territoria – vertonen tot 2011 dezelfde stijging als de jaaraantallen. Na 2011 blijft het aantal territoria nagenoeg gelijk. Zie figuur 2.
 

 

 
Figuur 2.
 
Tot in september in het Noorderbos
Hoewel hij in kleine aantallen tijdens de winter in Nederland verblijft, doet de zwartkop dat niet in het Noorderbos. Vanuit het winterverblijf keren ze in april terug in het gebied, voornamelijk in de tweede helft van de maand. In de eerste helft van april zijn de waarnemingen lager. In 6 teljaren zijn in de eerste helft van april geen zwartkoppen waargenomen in het Noorderbos. De topmaand van de waarnemingen is mei. Nog terugkerende vogels en volop broedactiviteiten doen de waarnemingen verder stijgen in die maand. Daarna zakken de totaalaantallen per maand. Tot de tweede helft van september is tijdens enkele teljaren de zwartkop gezien in het gebied.
 

 

 
Reacties naar adkolen@kpnmail.nl