zaterdag 16 februari 2019

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Koekoek

 
 
 

                        Een heggenmus voert een koekoeksjong op zijn nest.
                                              Uit: de collectie van het Brabants Natuurmuseum - Tilburg.
 
 
 
Ad Kolen.
 
  

Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien. 
 

 



Koekoek - Cuculus canorus


Bijzondere vlucht
De koekoek is ongeveer even groot als de Turkse tortel. Met zijn slanke lijf, kleine kop en puntige lange vleugels lijkt hij wel een roofvogel. De gebandeerde onderzijde doet aan een sperwer denken. Dat dacht men in het verleden ook: de koekoek zou aan het einde van de zomer in een sperwer veranderen. Van vogeltrek was men toen nog niet op de hoogte. De bovenzijde van het mannetje is blauwgrijs met een wat donkere staart. Het vrouwtje is geelbruin aan de bovenzijde van de gebandeerde borst. Er is ook een roodbruine variant van de koekoek, die alleen bij vrouwelijke exemplaren voorkomt. De vlucht van de koekoek is bijzonder. Met de lange, afgeronde staart en de vooruit gestoken snavel lijkt hij vliegende helemaal vlak van boven. De vleugels slaan nagenoeg alleen naar beneden uit. De zang, het koekoek-koekoek van het mannetje, is bij iedereen bekend. Het vrouwtje zal je verrassen met een snel en hinnikend gelach: kwie-kwie-kwie dat tot op grote afstand te horen is. De koekoek legt één of een paar eieren in het nest van andere vogels: de waardvogels.


Jonge koekoek alleen naar Afrika
De koekoek broedt tot in de verste uithoeken van Europa. In ons land worden allerlei biotopen bezet, met voldoende uitkijkposten om de gastouders in de gaten te houden. Een vrouwtje koekoek specialiseert zich in één of enkele vogelsoorten. Ze imiteert de eieren van de gastouder tot in detail. Vanaf half april klinkt het ’koekoek’ weer, in juni en juli vliegen ze terug naar Afrika. De hier geboren jonge koekoek volgt later. De stand van de koekoek is sinds 1985 flink afgenomen door het teruglopen van de waardvogelsoorten en de afname van het voedsel (voornamelijk rupsen). De huidige stand (2013-2015) is geschat op 5.700-7.000 broedparen. (bron: sovon.nl)

  

 Figuur 1.


Duidelijk aanwezig
De koekoek is een echte zomervogel en is van half april tot half juli in het Noorderbos present: tijdens 9 van de 15 teljaren gaat het opgeteld om 29 waarnemingen. Zie figuur 1. Door de zang wordt de koekoek duidelijk opgemerkt maar verder leeft de vogel behoorlijk verborgen. Het aantal zichtwaarnemingen is dan ook beperkt .


In alle jaren dat de koekoek is waargenomen, gaat het om waarnemingen van één koekoek met één uitzondering: op zondag 11 mei 2008 komt een paartje koekoeken aanvliegen, waarvan het mannetje steeds roept. De roep klinkt voortdurend door het gebied tot aan het einde van de telling. Tijdens alle jaren dat de koekoek present is in het Noorderbos, is steeds één territorium vastgesteld. De zangwaarnemingen van de koekoek zijn gewoonlijk langdurig en klinken uit alle delen van het Noorderbos.
 
 

  Figuur2. 

 
 
Reacties naar adkolen@kpnmail.nl