maandag 25 februari 2019

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Oeverzwaluw





Jonge oeverzwaluw in het Noorderbos, 9 juni 2017.


Ad Kolen



Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien. 
 



 
 

Oeverzwaluw - Riparia riparia

 

Kleinste zwaluw
De oeverzwaluw is de kleinste zwaluw die in onze omgeving voorkomt. Gedurende de winter verblijft hij in Afrika (de Sahel) en vanaf half april komt hij in Nederland aan om zich voort te planten. Hij broedt in zelf gegraven nestgangen in verticale zandwanden. Dat zijn van oorsprong door hoog water gevormde steile oevers van beken en rivieren. Tegenwoordig zijn het veel vaker gronddepots, afgravingen en kunstmatige nestgelegenheden. De nestgang, met een lengte van soms meer dan een meter, wordt met de poten uitgegraven. Een hele klus voor dit vogeltje. Het holletje aan het einde van de gang wordt bekleed met veertjes en grassprietjes.


De gehele bovenzijde van het lichaam, de onderzijde van de vleugels en de staartpunten van de oeverzwaluw zijn bruin. Op een duidelijke borstband na is het gehele onderlichaam wit bevederd. De staart is licht gevorkt. De vlucht is snel en wendbaar. Met sierlijke wendingen jaagt hij boven het water op insecten. Vaak is dat groepsgewijs en soms worden ze ook met andere zwaluwen, zoals de huiszwaluw, gezien.


Sterke wisselingen
De landelijke aantallen van broedende oeverzwaluwen variƫren enorm. Van voor de eeuwwisseling zijn fluctuaties bekend tussen piekjaren met 25.000 en jaren met amper 4.000 broedparen. De sterke schommelingen blijven doorgaan met pieken in 2000 (32.000) en 2011 (35.000.) De sterke wisselingen worden vaak veroorzaakt door droogte in de overwinteringsgebieden. Ook langdurige regen en koude in het broedseizoen zijn van invloed op de broeduitkomsten. Natuurontwikkelingsprojecten en veranderingen aan de rivieren dragen weer bij aan toenames. In de laatste atlasperiode (2013-2015) is het aantal broedparen vastgesteld op 20.000-30.000. (bron: sovon.nl)



 Figuur 1.


Wisselende broedsuccessen in het Noorderbos
Het tellen van vliegende oeverzwaluwen boven het water is geen sinecure. Ze vliegen kriskras door elkaar voor ze de nestgangen invliegen. De aantallen genoteerde oeverzwaluwen liggen dan ook lager dan de werkelijke aantallen broedvogels.


Een van de laatste werkzaamheden bij de aanleg van het Noorderbos is het vervaardigen van een kleine kunstmatige oeverzwaluwwand. In het voorjaar van 2003 is aan de zuidzijde van de Noorderplas een klein eiland gegraven met een verticale wand. Het resultaat is in de beginjaren overweldigend: het eerste jaar zijn 32 bewoonde nestgangen vastgesteld, het tweede jaar 42. Ondanks het opnieuw verticaal afgraven van de wand in 2005 blijven broedpogingen uit op die plek.


Wel worden later in 2005 vijf bewoonde nestgangen vastgesteld op een andere plek aan de plas. Hier is zand gestort ter versteviging van een zwakke oever. De nestgangen verdwijnen na nieuwe stortingen echter onder het zand. In 2006 is de kunstmatige wand opnieuw handmatig gerenoveerd maar slechts 1 paar maakt er gebruik van. Daarna is gedurende enkele jaren het water in de plas te hoog om het eilandje te bereiken en de wand op te knappen. Dat is het einde: verruiging en begroeiing maken de wand ongeschikt.


Daarmee is het echter niet gedaan met de oeverzwaluw in het Noorderbos. In 2011 graven enkele tientallen paren een nestgang in een verse zandstorting. Een veertiental paren lijkt het te lukken. Enkele weken gaat het goed. Een (primitieve) afzetting met linten is echter niet voldoende. Op het laatst wordt de broedlocatie alsnog verstoord. Mogelijk zijn al wel enkele nesten uitgevlogen. In het laatste teljaar 2017 gaat het wel goed. Op een van de zandstortwallen is een hoop zand blijven liggen die door oeverzwaluwen bezet wordt. Na afspraken met de projectleider wordt deze locatie ontzien en verloopt het broedseizoen voorspoedig. In juni wordt een totaal van 49 territoria (bezette nestgangen) vastgesteld. Talrijke jongen vliegen uit. Tot in het begin van augustus is de wand bezet, waarschijnlijk nog met enkele tweede broedsels. Zie voor de aantallen waargenomen oeverzwaluwen figuur 1 en voor de vastgestelde territoria figuur 2.

  

 Figuur 2.



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl