donderdag 21 februari 2019

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Zwarte specht

 
 
 
 



Ad Kolen




Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.
 




Zwarte specht - Dryocopos martius

 
Keiharde roffel
De zwarte specht is bijna zo groot en zo zwart als de zwarte kraai. Tot aan de hals is de zwarte specht in zwarte veren gehuld en ook de poten zijn zwart. Het bovenste deel is kleurrijker met de witgrijze snavel, de lichte iris en het rood op de kop. De vuurrode kruin van het mannetje is opvallender dan de bescheiden rode achterhoofdsvlek van het vrouwtje. In de vlucht is de zwarte specht goed te herkennen aan het bijzondere profiel: slanke hals, flinke kop en snavel en brede vleugels. De vlucht is licht flapperend en in een rechte lijn. Naast het opvallende uiterlijk is het geluid zeer kenmerkend: hard en gevarieerd. Er is enige overlap met de groene specht, maar door op details te letten zijn hun geluiden goed te onderscheiden. De roffel van de zwarte specht is onmiskenbaar: gewoon keihard. Het leefgebied van de zwarte specht bestaat uit bos met bomen van verschillende leeftijden en met vaak ook naaldhout. De soort heeft een groot territorium nodig om aan de kost te komen. Hij leeft van mieren en in hout levende insecten zoals keverlarven.


 
Standvogel
De zwarte specht is een echte standvogel, die gewoonlijk heel zijn hele leven in hetzelfde territorium doorbrengt. Alleen de jonge vogel maakt flinke omzwervingen: vanaf augustus gaat hij op zoek naar een eigen territorium. Van voor- en najaarstrek is bij deze soort geen sprake. De zwarte specht is sinds 1913 in Nederland gevestigd.


Vanuit het oosten verspreidt de zwarte specht zich naar alle grote bossen op zandgronden in het oosten en het zuiden van Nederland. Het landelijke hoogtepunt ligt rond 1985. Was juist tussen 2 atlasprojecten in valt. Tijdens het project erna, 1998-2000 is vastgesteld dat er 1.100-1.600 broedparen voorkomen in ons land. Daarna volgt afname in het noordoosten van Nederland en de duinstreek wordt verlaten. Het gevolg van predatie door de havik en het invoeren van ander bosbouwsystemen waardoor minder grote kaalslagvlakten ontstaan. De zwarte specht staat nu nog als een afnemende soort te boek met 700-1.000 broedparen (2013-2 015) en winteraantallen van 2.000 tot 3.000 (Bron: Sovon.nl.)

 

 Figuur 1.


Ook broedvogel in het Noorderbos
Het Noorderbos is maar voor een beperkt deel geschikt als leef- en broedgebied van de zwarte specht. De aantallen waargenomen zwarte spechten gedurende de tellingenreeks zijn dan ook laag. Zie figuur 1.De aan de noordoostkant grenzende bossen van het gebied ’De Zandley’ vormen al jaren een goede biotoop voor deze soort. De brede randen van ’De Zandley’ behoren ook tot het telgebied. Zijn territorium strekt zich soms uit over delen van het Noorderbos. De strook gemengd bos aan de Udenhoutse weg en de ruim 25 jaar oude eikenpercelen grenzende aan de bossen van de ‘Zandley’ worden door de zwarte specht bezocht. Ook is hij soms aanwezig in de stroken met eikenhakhout onder de hoogspanningsleidingen. De luide roep van de zwarte specht is, evenals bij de groene specht, de aanleiding tot ‘het waarnemen’ van deze soort. Meerdere malen klinkt ook de roep vanuit ‘De Zandley’. Verschillende territorium indicerende waarnemingen van de zwarte specht zijn in 2013 en in 2016 goed voor het vaststellen van één territorium in het Noorderbos. Het zeer luide kloppen ter afbakening van het broedgebied is diverse malen binnen de grenzen van het telgebied gehoord.

 

Reacties naar
adkolen@kpnmail.nl