zaterdag 23 februari 2019

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Kleine bonte specht






Ad Kolen




Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.
 


 

  Kleine bonte specht - Dryobates minor

 

Niet veel groter dan een huismus
De kleine bonte specht is de kleinste van de bonte spechten. Hij is niet veel groter dan een huismus maar kleiner dan de draaihals, ook een specht. Door het contrastrijke verenkleed lijkt de kleine bonte specht wel wat groter. De wit met zwart gebandeerde rug - het ’dambordje’ - is kenmerkend voor de kleine bonte specht. Het ontbreken van rood in het verenkleed maakt het vrouwtje minder opvallend. Het mannetje heeft wel een rode kruin. Zoals van alle bonte spechten is de vlucht van de kleine bonte specht sterk golvend. De zang, die niet vaak klinkt, is een torenvalkachtig ‘kikikiki’. De roep lijkt op die van de grote bont specht maar dan zachter. De broedvogels in Nederland zijn standvogels die in de herfst en de winter soms omzwervingen maken op zoek naar voedsel. Noordelijke populaties vertonen wel trekgedrag.


Enorme landelijke toename
Sinds 1975 breidt de kleine bonte specht zich sterk uit over Noord-Brabant, Limburg en Drenthe. Ook vele andere delen van Nederland zijn inmiddels bezet, en de Biesbosch hoort daarbij. Het ouder worden van de bossen is daarvan de oorzaak. Tijdens de eerste atlasperiode (1973-1977) wordt de populatie voorzichtig op 2500 broedparen geschat. Nu (2013-2015) staat de teller op 5.000-6.500 broedparen (bron: sovon.nl).

  

 Figuur 1.

 Moeilijk waar te nemen
De kleine bonte specht is klein van formaat, heeft stille manieren en beweegt zich gewoonlijk meer op de dikke zijtakken van bomen voort dan op de stam. Een moeilijk waar te nemen soort dus. Alleen in het vroege voorjaar is hij vocaal actief en laat de korte, niet zo luide roffel horen ter afbakening van zijn territorium. De typerende baltsroep is veelal de reden dat de soort wordt opgemerkt. Op eenmaal na is dat steeds in het voorjaar op dezelfde locatie: een populierenbos in het centrum van het Noorderbos. Tijdens zes teljaren is dat ook de omgeving van het vastgestelde territorium. Een verzameling van alle waarnemingen van kleine bonte spechten tijdens de gehele telperiode staat in figuur 1. Het totaal aantal waargenomen vogels (11) is niet veel hoger dan het aantal territoria (6). Zie figuur 2. Te zien is dat alle waarnemingen in dezelfde zes jaren vallen dat er een territorium is vastgesteld.

 

Figuur 2.

Er is maar éénmaal in kleine bonte specht buiten het broedseizoen aanwezig, in augustus 2010. Overigens op een plek die ook geschikt lijkt als broedlocatie.



Reacties naar adkolen@kpnmail.nl