maandag 11 februari 2019

Het Noorderbos en de Vogels 2003 - 2017 Holenduif






Holenduif op nestkast.



Ad Kolen





Een reeks artikelen over de vogeltellingen en broedvogelinventarisaties in het Noorderbos bij Tilburg. Van 2003 tot en met 2017 werden alle vogels geteld, twee keer per maand, vanaf een vaste route. Tijdens het broedseizoen volgens de richtlijnen van het Sovon Broedvogel Monitoring Project (BMP.) In de begeleidende grafieken wordt het totaal aantal waargenomen vogels per jaar (24 tellingen) of per maand (30 tellingen) weergegeven. Bij de broedvogels zijn de per jaar vastgestelde territoria te zien.  
 

   
 

Holenduif - Columba oenas




Geen wit in het verenkleed
In een groep op de bodem foeragerende duiven valt de holenduif niet direct op. Zeker op wat grotere afstand en bij niet zo’n goed zicht. De holenduif is iets kleiner dan de in veel hogere aantallen voorkomende houtduif. De ronde kop en de bredere hals geeft hem toch een ander uiterlijk dan de houtduif. Als de zon schijnt, zie je dat de holenduif iets blauwer is. De volwassen houtduif heeft witte strepen op de hals en witte banden in de vleugels. Bij de holenduif ontbreekt wit geheel in het verenkleed. Jonge houtduiven lijken op de holenduif omdat ze nog geen witte strepen op de hals hebben. De stuit van de holenduif is lichtblauw en op de zijhals bevinden zich metaalgroene vlekken. Er is nog een typisch kenmerk: op de gesloten vleugels bevinden zich nabij de staart twee donkere streepjes, eigenlijk anderhalf. Bij de postduif zijn dat vaak twee zwarte banden, zoals bij zijn voorouder de rotsduif.


Veel wintergasten
Na een inzinking in de jaren 60 van de 20e eeuw door veelvuldig gebruik van landbouwgif herstelt de holenduifpopulatie zich vanaf circa 1970. Uitbreiding naar Laag-Nederland en aanpassing aan het intensieve agrarisch gebruik van de landbouwgronden doen de soort toenemen. Sinds 1990 stabiliseren de aantallen zich. De huidige broedvogelpopulatie bestaat uit 45.000-55.000 broedparen (2013-2015). In de winter wordt de populatie aangevuld met holenduiven uit Duitsland en Scandinavië. De dichtheden zijn dan het hoogst op boerenland op de zandgronden. In de winterperiode verblijven 100.000-200.000 holenduiven in Nederland. (bron: sovon.nl)


 
 
 Figuur 1.


 Schuw gedrag
Tijdens alle teljaren is de holenduif in het Noorderbos aanwezig. Zie figuur 1. Over de gehele tellingenreeks zijn dat 305 exemplaren. De eerste jaren vallen de aantallen het hoogste uit. Daarna is de aanwezigheid van de holenduif in de meeste jaren erg laag. Het schuwe gedrag en het bescheiden geluid maken de holenduif moeilijk waar te nemen: waarschijnlijk is de werkelijke aanwezigheid hoger. In de maanden mei, juni en juli liggen de aantallen het hoogst. In december waren er eenmalig veel holenduiven: op 3 december 2004 was er een grote groep overwinterende duiven, 93 houtduiven en 28 holenduiven. Zie de aantallen per maand in figuur 2.



 Figuur 2.
 

Nestkasten
Ondanks de beperkte waarnemingen zijn er nogal wat territoria vastgesteld, vooral in de eerste vier teljaren: 14 in totaal (zie figuur 3). Aan de randen van het gebied, langs de bossen van de Zandley en in de bosstrook parallel aan de Udenhoutseweg bieden de oudere bomen nestgelegenheid aan deze holenbroeder. Daarnaast zijn de voor bosuilen opgehangen nestkasten door de holenduif gebruikt om te broeden. Eieren en jonge holenduiven zijn in de kasten aangetroffen. Deze nestkasten zijn echter van een slechte kwaliteit en vallen na een paar jaar uit elkaar. Viermaal is één territorium van de holenduif vastgesteld, waaronder de laatste 2 teljaren 2016 en 2017. In 2017 zijn nieuwe stevige uilenkasten opgehangen. Mogelijk gaat de holenduif deze broedgelegenheden gebruiken, als de bosuil - de bedoelde bewoner – ze ondertussen niet in gebruik heeft genomen.


 

 Figuur 3.




Reacties naar adkolen@kpnmail.nl